Mapungubwe

17 september 2019 - Mapungubwe National Park, Botswana

Met een heerlijk ontbijtje gemaakt door Dorothea, onze lieve gastvrouw, in ons maag vertrekken we vandaag nog verder naar het noorden. Naar Mapungubwe National Parc. Het is zo’n 200 kilometer rijden. We volgen de N1 die, zoals zoveel wegen in dit gebied, de kortste route hebben, namelijk rechtdoor, kilometers en kilometers lang. We komen dan bij Musina, een echte grensplaats (net voor Zimbabwe), met veel handelaren, autobedrijfjes, druk doende mensen en een zeer grote shoppingmall. Een mooie stad is het niet en we rijden dan ook maar vlot door. Net voor we de grens bereiken, slaan we af richting Mapungubwe en is er weer een rechte weg van wel 70 kilometer tot aan het park. De enige afwisseling zit er in dat ik hier en daar moet slalommen tussen de enorme gaten in de weg. Aangekomen bij Mapungubwe moeten we bij de receptie een aantal formulieren invullen. De toegang tot het park en andere Sanparcs hebben we thuis al geregeld met de aanschaf van een Wild Card, waarmee we overal in kunnen. Het is einde van de ochtend als we het 1e deel van het park inrijden. Het kwik is dan al tot iets van 40 graden gestegen. Dat het warm is zien we aan de nog dorre natuur en aan de dieren die we zien, die, geen één uitgezonderd allemaal verkoeling zoeken onder de verspreid staande bomen. Het park is weer heel anders dan we eerder gezien hebben. Lage begroeiing met her en der verspreid enorme Baobabbomen. Deze zijn wel 1000 jaar oud en hebben een enorm omtrek. In het park is ook een tree top walk, een loopbrug tussen de toppen van de bomen en waarvandaan je een mooi uitzicht hebt over de Limpoporivier. Nou ja rivier... Hier en daar is nog een klein stroompje en wat plassen. Voor de rest staat deze rivier, die bekend staat als de grens tussen Zuid Afrika enerzijds en Botswana en Zimbabwe anderzijds droog en kan je zo van de ene kant naar de andere kant lopen wat dieren ook doen. Vlak bij de tree top walk is ook Confluence View Point waar het drielandenpunt is. Hier heb je ook een mooi uitzicht over het dal. De grens zie je niet maar met een beetje richtinggevoel kom je een heel eind. Vele jonge schoolkinderen, aangekomen met een hele rits bussen, hebben hier hun lunch- en speelbreak. Ze begroeten ons allemaal als ze voorbij lopen en we moeten wel 100 keer “hello” zeggen en antwoorden op: “How are you”. Ook hier is het overwegend de donkere bevolking, maar zien we voor het eerst wel een paar toeristen (meestal Zuid Afrikanen en een paar Europeanen). We vervolgen onze weg over een 4x4 track die langs de rivier loopt. In het 4x4 gedeelte, een zandpad langs de zandrivier zien we koeien staan. Koeien in een wildpark? Even later wordt het me duidelijk. De koeien komen uit Zimbabwe en steken eigenhandig de zandrivier over. Best een beetje Russisch roulette voor deze beesten. Want voor de predators (leeuwen, luipaarden en huyena’s) zijn ze een makkelijke prooi.  Maar het gras is  nog altijd groener aan de over kant. 

We vervolgen onze route over het 4x4 zandpad en staan dan oog in oog met 2 het pad op rennende olifanten. Ze hebben net ergens toch wat water gevonden om in te spelen want ze zijn nat en zitten onder het zand. We maken mooie foto’s maar houden gepast afstand. Als de 2 bulls het bos in zijn verdwenen kunnen we door. Maar dan gebeurt het weer. George krijgt weer stuipen en de auto komt weer minder en minder vooruit. Als we maar niet stil komen te staan gaat het door mijn hoofd. Want dan wordt t overnachten in het park als we niet eerder opgemerkt worden. Bellen lukt ook niet want hier hebben we geen service, dus geen bereik. Zo goed en zo kwaad als het gaat met meer dat laatste hobbelen we door. Het zijn lange 11 kilometers tot aan de gate. Daar kunnen we wel contact krijgen met de verhuurorganisatie. Ik bespaar een uitgebreid verslag van de volgende 2 uren. De korte versie van deze, soms hevige gesprekken en appjes samengevat zijn dat ze morgenochtend iemand uit Johannesburg laten komen (550 km rijden) om de auto te maken en dat de verhuurder nog niet van me af is. De consequentie is ook dat we onze camping niet kunnen bereiken. Gelukkig is er een welwillende dame van de receptie van het park die voor ons een overnachting kan arrangeren in Leokwe Rest Camp, midden op het park en dat ze ook voor vervoer kan zorgen. Dat is mooi meegedacht. Omdat we ook niet van dat restcamp weg kunnen zonder auto, boeken we tevens voor de volgende ochtend ook een excursie die vanuit het park wordt georganiseerd. De gids die dan de excursie verzorgt komt ‘s avonds nog langs om ons te vertellen dat bereidwillige medekampgenoten,die dezelfde excursie gaan doen, ons meenemen naar het startpunt. Het zal wel vroeg opstaan zijn. Half 5. Maar dat zijn we intussen gewend.  Het is al donker als we gesetteld zijn en ik steek de altijd aanwezige braai weer  aan. We genieten de rest van de avond, die al vroeg invalt,  op het terras voor ons huisje van de in de allerhaast meegenomen fles wijn en eten. Zo eindigt een dag met hobbels in Mapungubwe.

Foto’s