Naar St. lucia aan de Indische oceaan

10 oktober 2018 - Saint Lucia, Zuid-Afrika

Swaziland zit er voor ons vandaag op. We gaan verder zuidwaarts naar St Lucia aan de Indische oceaan. Dat is zo’n 330 kilometer rijden, waarvan een behoorlijk deel in Swaziland en ook nog over een deel waar we gisteren al gereden hebben. We kennen de plekken met putten in de wegen, de drukte bij de steden en de vele voetgangers langs de weg. Misschien daardoor dat we nu meer opschieten dan de dag ervoor. Een groot deel ervan rijden we in een natuurpark met lange rechte wegen tot we bij de grens zijn. Langs deze weg staan nog vele hutten van houten takken, bedekt met leem. Hier staat de tijd toch nog wel stil. De mensen leven hier voornamelijk van de suikerrietteelt. De grensformaliteiten bij Golele, helemaal in het zuid-oosten van Swaziland gaan vlot. We hebben al ervaring van de eerste keer. En dan rijden we Zuid Afrika weer binnen. Het is nog wel zo’n 175 kilometer rijden. Maar hier zijn de wegen weer goed en kan je ook weer 100 tot 120 km per uir rijden. Het zijn wel bijna overal 2-baans wegen, maar als je een auto wilt passeren, gaat dat vaak zonder al te veel moeite, omdat de langzamere auto dan even over de vluchtstrook rijdt. Wij doen ondertussen niet anders. 

Hoe verder we zuidelijker komen, hoe meer het landschap verandert. Waren het eerst nog de bergen, nu zijn het lichte heuvels met andersoortige beplanting en tegen dat we bij St Lucia komen ook veel hoge grassen. 

St. lucia is een heel apart plaatsje. Je komt binnen over een brug en dan word je auto meteen opgepakt door camera’s. Je rijdt dan de belangrijkste straat in, Mc Kenzie road, waar een aantal winkeltjes en restaurantjes zijn, maar voornamelijk lodges, B&B’s en kantoortjes die excursies aanbieden. Het heeft een heel andere sfeer dan wat we tot dusver hebben meegemaakt. Hier zijn minstens zoveel blanken (voornamelijk toeristen), als kleurlingen (vaak de werkenden, of de veelal ergens onder een boom kletsenden). Dit plaatsje draait op de hippo- en croctours, op de walvistours als de zee niet te ruig is, op de schilpadden in het seizoen en op de gameparken op korte afstand. Het is ook erg warm geworden, getuige de thermometer die 30 graden aangeeft. 

We verblijven in Kingfisher’s Lodge. Het is eenvoudig te vinden, namelijk het is het laatste gebouw in de straat, verscholen in een groen bos. We zijn vroeger dan we gedacht hadden en gaan dus eerst maar lunchen voor we onze studio gaan bewonderen. Rondom de lodge ligt een netjes onderhouden tuin. Die staat ons ter beschikking totdat het donker wordt. We vernemen dat de nijlpaarden in de avond aan land komen en door het plaatsje gaan wandelen, op zoek naar gras. En ze komen vaak in deze tuin aan land. Het is dan oppassen geblazen, want een volwassen dier kan wel ruim 3.000 kg wegen en als ze je aanwezigheid niet aan staan, kunnen ze je ook aanvallen. Ook kunnen Galagos (bijnaam bushbabies vanwege een jammerend babygeluid), hertachtigen, visarenden, maar ook luipaarden zich laten zien. Dat betekent: Een zaklamp mee naar de auto in de avond. Er wordt ons ook aangeraden om niet lopend in het donker door St. Lucia te gaan, maar met de auto. Zouden er dan werkelijk Nijlpaarden in de straat lopen ‘s-avonds?

Maar zover is het nog niet. We hebben de middag nog. Die gebruiken we om wandelend de omgeving te verkennen. St. Lucia ligt aan de ene zijde aan de rivier en aan de andere zijde aan de Indische oceaan. Daar aangekomen valt ons eerst de harde warme wind op, waardoor het strand eerder een grote zandstraalmachine is. Deze wind zorgt er al vele jaren voor dat zand uit de oceaan aan land wordt geblazen en dat zo de zandduinen zijn ontstaan. Door deze krachtige wind, die rechtstreeks van de kant van Madagascar komt, kunnen we niet op strand zitten hier. Maar een lange wandeling door dit prachtige natuurgebied is ook top. We zorgen ervoor dat we voor het donker terug zijn bij de B&B. Daar onder de veranda hebben we een mooi vrij uitzicht op de ondergaande zon, wat toch elke keer weer mooi is en we wachten op de komst van de nijlpaarden. Maar deze laten zich hier niet zien. We nemen de auto naar een restaurantje en als we daar weer vertrekken zien we ineens 2 nijlpaarden over straat lopen. We volgens ze langzaam. Wat een grote dieren zij. Dat. Veel groter, dan dat ze doen vermoeden als ze in het water liggen. Met hun grote bekken maaken ze al het gras wat ze tegen komen. Een nijlpaard eet zo’n 60 kilo gras per dag, dus in de tuinen waar ze vrije toegang tot hebben, hoeft men maar zelden het gras te maaien. We spotten nog 2 dieren als we stapvoets door St. Lucia rijden. Ook stapvoets ben je zo door St. lucia heen, want groot is dit unieke plaatsje niet. Men zegt hier dat dit het enige plaatsje in de wereld is waar de nijlpaarden in de avond door de straten lopen. We laten de dieren verder lekker grazen en keren terug naar de B&B.

Foto’s