Met de trein van Jakarta naar Bogor

20 september 2022 - Bogor, Indonesië

Het is na een lange reis fijn om in een goed bed te slapen. En het was een goed bed. En daarna was er ook een goed ontbijt in Mercure Hotel Batavia. Na het ontbijt hebben we uitgecheckt, onze rugzakken achtergelaten en even de stad in. We zijn in Kota Tua, de oude wijk, voorheen Oud Batavia. Een deel van de stad waar in de VOC-tijd de Hollanders de macht hadden. Dat is te zien aan de nog vele gebouwen uit die tijd.  Vanaf het hotel gaan we eerst richting de haven waar de authentieke boten liggen in de Sundq Kelapa, de oude haven, wat het meest oorspronkelijke deel is van Jakarta. Het is nog niet eenvoudig om er te komen, doordat diverse straten zijn opgebroken. We lopen op goed geluk en komen langs ene oud VOC-pakuis en oude wachttoren waar een Javaanse pensionado ons aanspreekt en als hij verneemt dat we uit Nederland komen, begint hij in het Nederlands.  Hij is eens een paar maanden in Nederland geweest en vele opa’s en oma’s van de Nederlanders zijn hier geweest en hij heeft van hen de taal geleerd. Als we door lopen komen we in een deel van Jakarta met een wirwar van smalle steegjes waar veelal wat arme gezinnen wonen. Maar iedereen is erg vriendelijk, van de mensen in de bakso stalletjes (eetstalletjes), de mensen die op de grond koffie en thee drinken en iedereen die voorbij loopt. Allen zeggen ze vriendelijk goede dag en vraagt hoe het gaat. Ik denk dat dat voor velen de enige zin is die ze in het Engels kunnen zeggen. Uiteindelijk komen we wel bij de haven en bij de houten karakteristieke schepen. En natuurlijk komt een oudere man op ons af, die zich voorstelt als gids en graag zijn verhaal gaat doen over de haven. Dat laten we maar schieten en kijken zelf wat rond. Daarna gaan we de andere kant op, naar nog meer VOC-panden. Op een plein midden in de stad staat Café Batavia. Een Oud Hollands café-restaurant met vele foto’s van vroeger en een oude Hollandse inrichting. De koffie smaakt er goed. Na vervolgens nog wat te hebben rondgelopen, halen we onze rugzakken op en nemen de trein naar Bogor. Toeristen zijn er niet in de trein (overigens in Jakarta hebben we er ook niet heel veel gezien). In de trein raken we aan de praat met een Nederlandse (studente). Hoewel praten eigenlijk verboden is in de trein, vertelt ze over hoe bijzonder het is om hier als westerlinge te studeren en zich in het leven van de Javanen te mengen. Na een goed uur zijn we in Bogor, wat wat zuidelijker ligt dan Jakarta en ook een stukje hoger. Men gaat hier vaak naar toe omdat de tempraturen een stuk aangenamer zijn. Maar blijkbaar geldt dat niet voor nu, want he tis erg warm en met een heel hoge luchtvochtigheid. Mijn shirt is totaal doorweekt. Met een angkot (kleine groene busjes die je hier overal ziet) rijden we naar Jeng Tini Guesthouse, een kleine homestay die ik via internet gevonden heb. De chauffeur rijdt er straal voorbij en ondanks dat ik hem ene aantal keren tracht te laten stoppen, rijdt hij 500 meter te ver. Als ik dan hard roep Stop en Jalan Jalan (wandelen) gaat bij hem de roepiah vallen. Hij stopt langs de weg en we open terug. De homestay ligt wat verstopt in een straat met veel bomen en we checken in. Later die middag gaan we nog terug naar het centrum, naar het gebied van de beroemde botanische tuinen. Maar een groep demonstranten blokkeren de weg waarna ze redelijk resoluut worden weggeduwd/-geleid door een grote meute agenten en soldaten. Waarom de demonstratie er is, komen we niet te weten. We worden gesommeerd om door te lopen langs de botanische tuinen en het paleis. Helaas kunnen we niet de tuinen zelf in, want de soldaten hebben alles afgezet. Wellicht is de president van Indonesië er in het paleis (hij heeft 5 paleizen). We lopen dan maar verder terug richting het station waar we eerder vanuit de angkot een markt hadden gezien. Ook op deze markt zijn we de enige toeristen. We worden regelmatig aangesproken en men wil dat we foto’s maken. Soms maak ik een foto, maar meestal wandel ik door en kijk in naar alle handelswaar. Van fruit tot vis, van kippen die net geslacht worden tot aquariumvisjes in zakken aan een stok. Het loopt tegen het einde van de dag en dat is goed te merken ook aan de stank op sommige lekken, waar al het afval wordt verzameld. We besluiten om terug te lopen naar de homestay en onderweg wat drinken te kopen. Helaas mag er geen biertje verkocht worden in de kleine supermarkten (indomats), dus zal ik moeten wachten tot er ergens een restaurantje te vinden is waar ze het wel schenken. 

Als het donker is en de avond is begonnen gaan we lopend op zoek naar een restaurantje of warung. Onderweg worden we zeiknat door ene bui die ineens begint en met grote druppels uit de hemel komt. Maar of m’n shirt nu nat is van het zweet of van de regen, het maakt me niet zoveel uit. We eten bij een halalrestaurant. Het valt me op dat er maar weinig mensen een beetje engels spreken. We proberen het et de vertaalcomputer en met aanwijzen op de kaart en toch lukt het ze om niet de gevraagde maaltijden te brengen. Maar ja we zijn in Indonesië en het is vakantie. Als we later terug zijn bij de homestay, schrijf ik dit verhaal op terras in de tuin. Het is nog flink warm. Al is mijn shirt wat opgedroogd. Zometeen even douchen en de dag zit er weer op. 

Foto’s