Over de beroemde Gardenroute

15 oktober 2018 - Knysna, Zuid-Afrika

Ook op deze plek hadden we best nog wel een dagje extra willen blijven met nog een keer een bezoek aan het olifantenpark of een bezoek aan een opvang voor cheeta’s en luipaarden. Maar ons uitgestippelde reisplan laat dat niet toe. We hebben al een aantal keren gezegd: Een volgende keer Zuid Afrika, dan moeten we ons beperken tot een deel van het immense land. Want er is zoveel te zien en te beleven? En bij meer één deel van het land heb je ook wat meer mogelijkheden om ergens wat langer te blijven. Wat we nu doen is vooral keuzes maken van: Wat willen we echt nu zien en wat onthouden we voor een volgende keer? Maar dat betekent wel dat we hier meer dan 1 keer terug moeten. Ik heb al van mensen gehoord die al jaren naar Zuid Afrika met vakantie gaan, dat ook zij nog niet alles hebben gezien. 

Wij vertrekken vandaag uit Addo en gaan verder richting het zuid-westen. Dit is de gardenroute. Bij het samenstellen van onze reis heb ik de Gardenroute als een absolute ‘must’ opgenomen. Het is een van de meest populaire delen van Zuid-Afrika voor bezoekers, zowel voor de lokale mensen als voor de toerist. Ongeveer 200 km lang strekt de Garden Route zich uit over nationale parken, dichte bossen, diepe canyons, hoge duinen, mooie plaatsjes, soms erg chic en mondain en enkele waanzinnig mooie stranden. 

In het natuurpark Tsitsikamma stoppen we bij een tankstation, waar meer mensen stoppen om de diepe kloven van de canyon te fotograferen dan om te tanken. In dit natuurpark heb je ook heel veel outdooractiviteiten en we zien dan ook groepen mensen die gaan hiken, bungeejumpen en klimmen. Voor mij zit dat er niet meer in met mijn handicap, en gebruiken Tsitsikamma om even een tussenstop te maken op weg naar Knysna (spreek uit als nijsna). Langs de weg lopen groepjes Bobbejane, zoals ze hier bavianen noemen. Soms spelen ze met hun leven als ze de weg over steken en er van 2 kanten verkeer komt. Maar blijkbaar gaat het goed. We zien geen platgereden apen langs de weg. 

Vóór we in Knysna arriveren, bezoeken we Plettenberg Bay. Dit stadje heeft een relatief lange geschiedenis voor een Zuid-Afrikaanse stad, die regelmatig werd bezocht door Portugese ontdekkingsreizigers in de 15e en 16e eeuw. En ook Nederlanders hebben hier in de 18e eeuw middels het Nederlandse Oost-Indische handelsbedrijf hun sporen achtergelaten. Oude gebouwen uit deze tijd zijn er nog te vinden. Maar Plettenberg Bay is nu voornamelijk de plek voor de jetset van Zuid Afrika. Megagrote villa’s zijn hier tegen de heuvels op gebouwd en het bouwen van nieuwe villa’s gaat in rap tempo door. Dit is een heel ander Zuid Afrika dan dat we eerder gezien hebben en wat ook op heel korte afstand ook te vinden is. De hutten en krotten vind je bijna bij elke plaats wel ergens aan de rand. Wij bekijken het plaatsje stapvoets rijdend en gaan dan naar Robberg Nature reserve. 

Natuurreservaat Robberg ligt 8 km ten zuiden van Plettenbergbaai. Het is een natuurreservaat, maar ook een nationaal monument. Rotsen uit deze regio dateren van 120 miljoen jaar tot het uiteenvallen van Gondwanaland en er zijn aanwijzingen gevonden voor de bewoning in het midden en later in het stenen tijdperk in enkele van de grotten langs het schiereiland. Op weg naar de Robberg, wat een landtong is die ver de zee in steekt, komen we in een rij met wachtende auto’s terecht die voor een slagboom staan. Af en toe gaat er een auto door. Wat blijkt, ook hier is men verzot op het in laten vullen van een formulier. Onze naam, mailadres, telefoonnummer, type auto, kenteken, paspoortgegevens en handtekening wil men hebben en dat alles om op deze plek een stuk te gaan lopen over de rotsen en de duinen. Oh ja, men wil ook 50 rand, zeg maar 3 euro pp entree hebben. Nu we er toch zijn, vullen we het formulier in, betalen de entreefee en parkeren onze auto langs de weg, want het parkeerterrein staat vol. Blijkbaar is dit toch een gewild plekje. Gewapend met camera en een fles water beginnen we aan onze wandel-/klimtocht. Eerst gaat het nog eenvoudig, maar hoe verder we komen, hoe meer het zoeken is naar de juiste stenen om verder te kunnen. Een hele beproeving voor me. Maar onze inspanningen worden beloond met echt fantastische uitzichten, de mooiste rotsformaties en spelende zeehonden en zeeleeuwen onder ons, in het water. Na dik een uur lopen zijn we bij een punt waar op een bord staat: Als je hier na 14.00 uur bent, moet u dit pad niet verder vervolgen maar hier afslaan. U bent, als u deze route verder volgt, niet meer voor het vallen van de duisternis terug. 

Het is bijna 14.00 uur maar we hadden toch al de beslissing genomen om niet helemaal naar de punt te gaan, met de wetenschap dat we ook nog een keer terug moeten en nog verder moeten met de auto daarna ook. We nemen dus de route door het mulle zand van de megahoge duin naar de andere zijde van deze landtong. Deze Witsand-zandduin is een van de zeven klimmende duinen aan de kust van de Kaap. Het eiland houdt zand vast dat vanuit het zuidwesten wordt aangedreven door wind en stroming. Droog zand wordt vervolgens ongeveer 80 m naar boven geblazen voordat het in de baai van Plettenberg glijdt. Voor ons is het een duin waar we naar beneden gaan, wat haast vanzelf gaat. Ook aan deze kant zijn de mooiste kleurencomposities van de rotsen. We leggen ze vast met de camera. De tocht langs de flanken van de rotsformaties aan deze kant verloopt iets soepeler, hoewel er voor mij ook wel wat lastige stukken in zitten. Maar zonder kleerscheuren bereiken we de parkeerplaats weer. Het was echt de moeite van het wachten bij de slagboom waard. Dan rijden we verder naar Knysna. We hebben onze B&B op Leisure-Island. Een aangelegd eiland in de lagune met tal van landhuizen en villa’s. Wij slapen in Cunningham’s Guesthouse. Nadat we gesetteld zijn verkennen we de omgeving en met name de monding van de lagune, waar aan beide zijden wederom enorme rotsformaties zijn. Deze beschermen de lagune en Knysna tegen weer en wind. Het is een machtig gezicht, deze steile rotsen waar de golven zich tegen kapot slaan en achter deze rotsformaties een rustig, haast kabbelend water met daar langs de vele villa’s en landhuizen. Ook Knysna is een plek waar de mensen met geld hun huis hebbengevonden aan het water. ‘s-Avonds eten we in een Afrikaans restaurant, genaamd Bazala aan de Waterfront Knysna Quays. Het was een lange, maar wederom mooie dag.

Foto’s