Vroeg opstaan

6 oktober 2021 - Palmwag, Namibië

Om even voor 5 in de ochtend komt er een auto naar ons toe rijden. Er stapt een ranger (Walter) uit die ons roept en vraagt of we klaar zijn voor vertrek. We hadden toch half 6 afgesproken, maar ergens hadden ze de tijd toch nog even veranderd. We kregen het verzoek om ons gereed te maken. In 10 minuten staan we bij de auto, sweater aan en jack erover. Het is best fris. We krijgen nog elk een deken en stappen dan in de open jeep. We vertrekken naar Grootberg lodge, zo’n 22 kilometer verderop in het pikke donker en in de kou. De dekens zijn echt nodig. Aangekomen bij de lodge krijgen we een ontbijt en daarna is het tijd om te vertrekken. Er gaan verder geen toeristen mee, maar wel 2 spoorzoekers, Jacobus en Johannes. We hebben dus een soort privé-safari met 3 begeleiders, op zoek naar de neushoorns in dit 3.364 km2 grote terrein van de Conservancy “#Khoadi-/Hôas wat in de Damarataal Elephants Corner betekent. De lodge en onze camping Hoada Campsite (Damara/Namataal voor “everybody”) zijn de commerciële poot van de conservancy die zich bezig houdt met het vergroten van de populatie van de WIldlife animals, het beheren van de watervoorraden en het helpen van de lokale bevolking. En als er een roofdier uit de conservancy een schaap of een koe pakt, vergoedt de conservancy het dier. 

We vertrekken vanaf de lodge over de gravelweg en na een aantal kilometer slaan we ineens een pad in, de bush in. Een pad is het eigenlijk amper. Het is een verzameling losliggende stenen. Als we een klein half uur onderweg zijn roept een van de rangers dat er een probleem is. Een van de schokbrekers hangt los onder de auto. Walter besluit toch om door te rijden, maar na een tijdje is rijden geen doen meer. De auto stopt en men belt met de lodge in een onsamenhangend taaltje (Khoekhoegowab). Hulp is onderweg die als ze gearriveerd zijn, de schokbreker verder demonteren. We gaan door zonder die schokbreker. De auto’s hier hebben enorm veel te lijden van al die stenen. Banden gaan hier hooguit zes maanden mee en als ze al niet lek zijn, zijn ze zo kaal dat het niet veilig meer is. We rijden veelal door de droogstaande rivier van de ene zijde naar de andere zijde op zoek naar sporen van de neushoorns. Er zijn 7 neushoorns in dit gebied, waaronder een jong kalf. Sporen worden snel gevonden, maar deze zijn een dag oud. Een neushoorn legt in een nacht, wanneer ze het actiefst zijn wel 25 kilometer af. We gaan verder richting een waterhole. De kans is aanwezig dat ze daar naar toe zijn. Overigens zijn ze zelden gegroepeerd, maar leven ze vaak solitair of met z’n tweeën. We rijden een berg op en zien daar een ranger en een politiebeambte die het park bewaken. Ze hebben wel sporen gezien maar geen neushoon. J en J gaan te voet verder en nemen een walkie-talkie mee. Wij rijden met een boog langs en over de bergen, eveneens op zoek naar sporen. Zo hopen we sporen te kruisen en te vinden. Hoe hier het pad te vinden is bizar. Slechts af en toe een bandenspoor, maar meestal grote stenen en een rivierbedding. Maar Walter manoeuvreert vakkundig zijn auto overal doorheen. De 4x4 en de low-gear gaat regelmatig aan. Zo vordert de ochtend gestaag. Bij een berg aangekomen met rondom vlaktes besluit Walter de auto maar gewoon recht om hoog de berg op te sturen. We hebben op de top een fantastisch uitzicht. We zien woestijnzebra’s, oryxen, springbokken en we komen ook regelmatig groepjes giraffen tegen. Maar de goed gecamoufleerde neushoorns zijn nog niet te vinden. Walter probeert contact te leggen met J en J en ook met de bewakers in het gebied met de vraag of ze ondertussen wat gezien hebben. Als we bij een onderkomen van de bewakers zijn (2 tentjes binnen een afrastering, want het is hier 3 weken op en dan 1 week af) krijgen we een melding van J en J dat ze een neushoorn hebben gevonden en dat ze hem lopend volgen. Wij gaan zo snel als mogelijk met de auto erheen en hobbelen en schokken over het terrein. Daar aangekomen zien we een mannetjes neushoorn staan met op gepaste afstand erachter J en J. We zetten de auto neer en lopen met een omweggetje naar J en J. Vanaf daar hebben we een machtig zicht op één van de mooiste dieren die er zijn (mijn mening). Al zittend aanschouwen we het dier een tijdje. Dan vertrekken we met z’n allen naar een open plek vlakbij, waar een lunch wordt klaargemaakt. Daarna is het tijd om terug te gaan wat een schokkerige terugtocht is van 2,5 uur. Onderweg hebben we nog een kleine zandstorm, maar een koud flesje water om het zand weg te speoeln, vergoedt dan vervolgens veel. Het is al na 16.00 uur als we terug zijn bij de camping en we daar afgezet worden. We bedanken Walter, Johannes en Jacobus voor een enerverende rit door het Grootplateau Etendenka (hill with flat top in Himbataal. Dan is het tijd voor een koud biertje, de schoenen uit en effe een relaxmoment. Het is na achten als ik dit verhaal schrijf. Het is alweer pikke donker op de braai na, waar ik kipsaté op heb liggen. Zo eindigt er weer een dag in the bush van Damaraland.

Foto’s

2 Reacties

  1. Marry Hazelaar:
    6 oktober 2021
    Wat is het schitterend wat jullie allemaal meemaken. Nog veel reis plezier. groetjes
  2. Arthur en Mireille:
    6 oktober 2021
    Hoi Marry, Leuk al je reacties te lezen