Verder naar het noorden

5 oktober 2021 - Palmwag, Namibië

Om kwart voor 8, na ingepakt te zijn en bij de wasruimtes ons weer opgefrist te hebben vertrekken we voor een rit van 375 kilometer richting het noorden naar de omgeving van Palmwag. De hobbelige wasbordweg ligt er nog steeds en ook de richting die we op moeten is van hetzelfde slechte kaliber. Dat betekent dat we gemiddeld niet harder dan 60 per uur gaan. Soms is er een stuk wat wat beter gaat en soms is het op eieren rijden. We komen onderweg slechts 2 plaatsen tegen. Uis, bij de hoogte berg van Namibië, Brandberg en Kamanjab. In Kamanjab eten we onze lunch bij Melissa’s Guesthouse. Ze hebben hier op de kaart: Belgian French Fries, Friet Speciaal. Ik bestel een portie met erbij een kipschnitzel. En werkelijk het is Friet Speciaal zoals wij ze kennen met mayo, curry, uitjes en goede friet. Een aanrader wederom.

In Kamanjab komen we voor de 4e keer een stel uit Zuid Afrika tegen. Hoe toevallig is dat. Eerst zagen we hen in Sesiem en maakten we kennig. Vervolgens ca. 350 kilometer verderop in Swakopmund met 50.000 inwoners komen we hen tegen op het terras. In Spitzkoppe staan ze op dezelfde camping (weer 150 km verder) en nu naar ca. 290 kilometer verder zien we ze weer. Dan nemen zij de route naar Etosha Park, terwijl wij de route vervolgen meer naar het noordwesten. De C40 is de doorgaande weg, maar wederom een rammelbak. He tis ene lange weg waar we wederom weinig mensen zien. Alleen zien we enkele auto’s langs de weg en allemaal met pech… Dat is geen goed teken. Maar gelukkig blijft ons dat bespaard. Het is rond half 4 als we bij Hoada Community Camp aankomen. Het is wederom een kleinschalige camping met in totaal 11 plaatsen. We worden ontvangen en vervolgens naar onze plek gebracht. We staan tegen een berg van grijzen granietblokken aan. De douche en toilet bevindt zich letterlijk tussen de rotsblokken en we hebben een grote plak. We krijgen uitleg over de houtgestookte boiler en we spreken af om morgen mee te gaan met een jeeptrekking op zoek naar de Rhino’s (Neushoorns). Het is wel vroeg op staan want om half 6 worden we opgehaald. Maar zover is het nog niet. Ik trek mijn zwembroek aan en we gaan bij de entree van de camping naar het zwembad en terras. Het is geen zwembad in de grond gegraven, maar een zwembadje waarvoor je even wat stenen trappen op moet tot je boven op de to bent waar een zwembad in de rotsen is gemaakt met enkele terrasjes en een bar erbij. Dat is een leuke plek. Ik laat me in het water zakken en al het stof en zweet van de rit spoelt zomaar van me af. Dan is het tijd voor een drankje bij het zwembadje. Het is aangenaam van temperatuur en heerlijk om bij te komen van een inspannende reis. We hebben vanaf deze top mooi uitzicht over het gebied waar we zitten en kijken verder rondom tot in de verste verte met savanne afgewisseld met bergen. Namibië blijft ons verrassen.

1 Reactie

  1. Marry Hazelaar:
    5 oktober 2021
    Zo leuk om de verhalen te lezen. We genieten ervan. Groetjes