Naar weSwatini

9 oktober 2018 - Mhlambanyatsi, Zuid-Afrika

Na een tussenstop met overnachting in Nelspruit gaan we vandaag verder naar Umbuso weSwatini, huh naar wat? Dat is Swasi: Koninkrijk eSwatini, wat wij kennen als Swaziland. Het is een eigen landje wat helemaal omsloten is door Zuid Afika en Mozambique. De koning daar is Koning Mswati III die alles bepaalt. Op 19 april 2018 veranderde de koning de voormalige naam Swaziland in Kingdom of eSwatini. Het is ook een bijzondere knakker met 12 vrouwen, 3 verloofdes en 25 kinderen. Dat hij dit jaar 50mis geworden ontgaat ons ook niet. Overal zie je spandoeken en borden hangen ter gelegenheid van zijn verjaardag.

Maar voordat we Swaziland konden gaan ontdekken, moesten we eerst de grensformaliteiten doen. We kwamen bij de grens aan en op de linker van 2 banen stonden vrachtwagens. De rechter baan was vrij en wij reden dan ook stapvoets door tot bij een controlepost waar een pasr beambten wat verveeld op een bankje zaten. Ik deed m’n raampje open om me te melden, maar ze gebaarden dat ik door kon rijden. Dat deden we tot een loketje, waar iemand ons een formuliertje gaf en gebaarde dat we verder konden. Dus reden we stapvoets verder tot weer een controlepost. De beambte vertelde me dat ik een stempel had moeten halen. We konden de auto parkeren voorbij de controlepost en met hem meelopen naar een kantoor met loketten. Daar aangekomen ging de dame van achter het loket in onze paspoorten op zoek naar een stempel. Een stempel? Ja die hadden we wel gekregen op de luchthaven. Nee er moest ook een vertrekstempel zijn van de autoriteiten van Zuid Afrika. Nou wij hadden niks van stempels gekregen en iedereen had ons doorgelaten. Wij konden dus weer naar buiten en er zat niets anders op dan weer terug te lopen, voorbij het loket en voorbij de nog steeds in dezelfde houding hangende beambren. Net daar voorbij was een kantoortje waar we ons konden uitschrijven, middels een stempel in ons paspoort. We konden weer terug, weer langs de, nu haast naar hun bed verlangende beambten, voorbij het loket van het formuliertje en weer naar het loket met dame die ons eerst ‘geholpen’ had. Zij kon ons formuliertje voorzien van haar stempel. Na dit bezoek moesten we naar een volgend loket waar voor de auto een tolbijdrage moest worden betaald (50 rand, zo’n 3 euro). Ook zij zette een stempel op m’n formuliertje en zo was mijn ‘kaart’ vol. Bij de behulpvaardige douanebeambte gaven we onze paspoorten. Maar hij was allen geïnteresseerd in het formuliertje, waarvan wij van het volledig gestempelde slechts 1 minuut van hebben kunnen genieten, want deze man hield het formuliertje. Nou ja, het zal wel goed wezen.

De snelweg hier  in Swaziland (dat blijf ik maar als land benoemen) is goed en vergelijkbaar met die van Zuid Afrika. We schieten dus goed op. De omgeving is toch wel net iets anders dan in Ziid Afrika. Meer reclameborden langs de weg. Meer lukraak stoppende auto’s en een natuur die groener lijkt dan in Zuid Afrika. De weg gaat over de hoogvlakte van het Noord-westelijke deel van  het land. Ook hier staan vele slechte huisjes van de lokale bevolking in groepjes bij elkaar. 

Kort na de middag komen we bij Malandelas B&B aan. En ook hoer hebben we weer een mooie entourage. Er grote goed verzorgde tuin met een grote verscheidenheid van planten, bloemen en bomen die bij ons in Nederland in de tuincentra in veel kleinere afmetingen te koop zijn als kamerplanten. We hebben een mooie kamer in een klein gebouwtje met slechts 2 gastenverblijven. We gebruiken de lunch in het restaurant wat goed vol zit met dagjesmensen.

In de middag gaan we naar Milwane wildlife sanctuary. Dit heiligdom is een populaire eco-bestemming met veel dieren (geen Big 5). Het is maar een paar kilometer ver vanaf waar wij zitten. De weg er naar toe is er één van hobbelige zandwegen. Je zou niet zeggen dat je naar zo’n bekend park gaat over zo’n weg. Maar dat is Swaziland komen we later nog meer achter. Het is veel kleinschaliger en gemoedelijker dan de grote safariparken. We melden ons bij de receptie waar heer formeel weer een formulier ingevuld moet worden. Men is hier gek op formuliertjes met doorslagjes en doet erg professioneel, hoewel het er erg amateuristisch uit ziet. Daarna mogen we door de poort. Het is eigenlijk geen poort maar een oude houten slagboom met een soort ranger, strak in het kostuum maar met al lang de pensioengerechtigde leeftijd en dan kunnen we gaan rijden. Een kaart of zo hebben we niet meegekregen dus rijden we op de gok. Het eerste deel si grasland. We zien hier de haast gebruikelijke impala’s en koedoes. Erg druk is het niet. Er rijden slechts enkele auto’s. even lijkt het of het wel een erg beperkt park is want we zijn als snel bij de omheining . Maar dan blijkt dat we zelf de poorten open mogen doen om naar een volgend deel van het park te gaan. Daar zien we gigantisch grote watervogels (groter dan de reigers bij ons thuis) en een grote kudde grazende dieren met op de achtergrond de fantastisch in bloei staande paarse bomen. Wat dat betreft is dit deel van het jaar wel erg mooi als alles net in bloei komt. We passeren een volgend hek om nog verder te gaan. Maar dan wordt de hobbelweg wel echt te heftig voor mijn Hyundai I20. De hobbels zijn zo groot dat regelmatig de bodemplaat geschuurd wordt. We besluiten om teurg te gaan wat betekent dat ik een stukmachteruit moet rijden tot de eerdere poort. So far so good. Als we bij de poort zijn steek ik de auto schuin achteruit om te kunnen keren. En dan is zo’n hobbel ineens te veel. Met een groot schurend geluid sta ik vast. Mijn rechterachterwiel zweeft 15 centimeter boven de grond en de auto zit vast. Wat ik ook probeer met heen en weer steken of met stenen achter mijn wielen om weg te komen, de banden met de aandrijving hebben geen grip meer. We zwaaien naar beneden waar in de verte nog een automrijdt, maar die ziet ons niet. We horen wel dat er in de buurt iemand aan het werk is en roepen hem aan. Dan komt er een medewerker van het park kijken wat er aan de hand is. Hij keert om om vervolgens met een spade terug te keren en begint de bodem onder de bodemplaat te bewerken. Ik kijk wat benauwd mee, want het metaal van de spade komt telkens rakelings langs de auto en ik ben bang dat hij dwars door de auto steekt. Na een aantal keren proberen om dan los te komen, lukt het ons uiteindelijk door de auto wat op te tillen en gas te geven tegelijk. We zijn deze man erg dankbaar en hij ook met ons na ontvangst van een fooi. Op aangeven van de man moeten we de andere kant op waar veel meer te zien is. Zo rijden we nog een hele tijd over het park en zien krokodillen, aapjes, nog veel meer weidedieren en groepen met wandelaars. Net voor donker keren we terug en zit ook deze dag er weer op.

Foto’s